Lekker gewoon
Het was best lang eigenlijk, we zullen allemaal blij zijn als het morgen is en we na vijf weken weer in onze vetrouwde dagelijkse sleur vervallen.
da·ge·lijks (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1. iedere dag (gebeurend, nodig)
sleur (m) 1. gedachteloos gevolgde gewoonte
ge·woon·te (v; meervoud: gewoonten, gewoontes) 1. algemeen aangenomen gebruik 2. persoonlijk aangewende handeling: tegen zijn gewoonte.
rou·ti·ne (v) 1. door gewoonte verkregen vaardigheid 2. normale gang van zaken
Sleur heeft iets negatiefs, maar ik vind het wel lekker. Er zijn nu eenmaal dingen die elke dag moeten, of je er nu wel of geen geld mee verdient.
Elke dag dronken worden, wakker worden met een kater is ook een sleur.... oh nee dan heet het verslaafd..
ver·slaafd (bijvoeglijk naamwoord) 1. niet in staat los te komen van de genoemde gewoonte
Nou geef mijn portie maar aan Fikkie Storm Didi
Ik ben vast verslaafd aan sleur.
Pas als je je eigen gewoontes enzo, gaat missen, dan besef je opeens dat het gewone leven heel prettig kan zijn. Raak stukje Ria!